Lelieteelt in Drenthe: wanneer kiezen we écht voor gezondheid boven winst?

Op 15 april jl. luidden meer dan 50 artsen – huisartsen, kinderartsen, specialisten en jeugdartsen van de GGD – de noodklok. In een brandbrief aan de gemeente Westerveld waarschuwen zij voor serieuze gezondheidsrisico’s in en rond Wapserveen als gevolg van het gebruik van landbouwgif bij de teelt van lelies en andere sierbloemen. Deze artsen hebben geen commerciële belangen, geen politieke agenda – alleen een morele en professionele verantwoordelijkheid om burgers te beschermen. Hun boodschap is duidelijk: er is sprake van gevaar voor de volksgezondheid.

De zorgen van deze artsen staan niet op zichzelf. Ook omwonenden trekken al langer aan de bel. Zij hebben inmiddels een formeel handhavingsverzoek ingediend bij de gemeente. De combinatie van medische urgentie en maatschappelijke onrust vraagt om een stevig politiek antwoord – niet later, maar nu.

Toch lijkt het provinciebestuur (Gedeputeerde Staten) vooral toe te kijken. Dat is zorgelijk. Want als de gezondheid van kinderen, ouderen en zwangere vrouwen op het spel staat, dan mogen bestuurders zich niet verschuilen achter procedures of landelijke instanties. Dan moeten zij opstaan, en zich afvragen: wat is onze verantwoordelijkheid?

In andere gemeenten worden al stappen gezet richting een verbod op de teelt van gif-intensieve sierbloemen. Die ontwikkeling verdient navolging in Drenthe. Waarom zouden we landbouwgrond gebruiken voor niet-eetbare producten, die bijdragen aan milieuvervuiling én gezondheidsrisico’s, terwijl Nederland worstelt met voedselzekerheid, bodemuitputting en verlies van biodiversiteit?

De artsen vragen om gericht onderzoek naar de effecten van zogenaamde ‘gifcocktails’ op kwetsbare groepen. Een redelijke, urgente oproep – zeker gezien het feit dat het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen (Ctgb) nog altijd het rapport van de Gezondheidsraad uit 2014 bagatelliseert. Dat rapport legde een verband tussen landbouwgif en ernstige aandoeningen zoals kinderleukemie en Parkinson. Sindsdien zijn de signalen alleen maar sterker geworden.

Het zou de provincie sieren als zij haar ogen niet langer sluit voor deze werkelijkheid. De volksgezondheid hoort geen bijzaak te zijn. Ramen en deuren dicht tijdens het spuiten. Kinderen binnen houden terwijl buiten de gifnevels over het land trekken. Is dat het Drenthe dat we willen? Een provincie waar economische belangen van een paar bedrijven zwaarder wegen dan de gezondheid van vele gezinnen?

De provincie heeft meer invloed dan ze zelf soms denkt. Zij kan onderzoek initiëren naar de maatschappelijke kosten van deze vorm van landbouw. Zij kan de omschakeling naar biologische teelt actief stimuleren – met beleid, handhaving en heldere keuzes, niet alleen met subsidies voor vrijblijvende intentieverklaringen.

Het is tijd dat Gedeputeerde Staten kleur bekennen. De gezondheid van mensen, de ontwikkeling van kinderen, de kwaliteit van onze leefomgeving – dát moet het kompas zijn. En dat vraagt om politieke moed.