Vertrouwen in de rechtsstaat is geen speelbal van populisten
De uitspraak van de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2025:1428, 2 april 2025) over de lelieteelt bij het Holtingerveld is helder en rechtsgeldig. De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelde dat het college géén conclusies kon trekken dat er géén significante milieuschade kon ontstaan—en dus een natuurvergunning moest eisen .
De reactie van BBB-statenlid Waalkens, die spreekt van “niet‑gevalideerde wetenschap”, is misleidend, ongefundeerd en getuigt van populistische stijl. Daarmee ondermijnt zij – zonder bewijs – de integriteit van een onafhankelijke rechterlijke instantie. Net zoals de PVV geregeld de “linkse elite” en het “kartel” algemeen beschuldigt, gebruikt Waalkens deze retoriek om twijfel te zaaien over de rechterlijke macht.
Maar laten we de feiten helder houden:
- De Afdeling oordeelde niet dat lelieteelt automatisch milieuschadelijk is, maar dat het college niet heeft aangetoond dat dat wél uitgesloten kan worden—aangezien de afstand én de onderbouwing ontoereikend waren
- Europese rechtspraak, zoals het PAS‑arrest (2018), verplicht toepassing van het voorzorgsbeginsel: als risico’s niet objectief kunnen worden uitgesloten, is een vergunning noodzakelijk. Dit is geen “activisme”, maar dwingende wetgeving
- De rechter toetste slechts of het college haar zorgplicht voldeed—en die toets viel glansrijk af
Wie zonder feiten de rechter “onwetenschappelijk” noemt, begrijpt de uitspraak niet goed – of zaaien bewuste verwarring. Dat is politiek gemakzuchtig – en gevaarlijk. Juist volksvertegenwoordigers moeten pal staan voor de onafhankelijkheid van de rechtspraak, niet meegaan in de retoriek van populistische partijen zoals de BBB of PVV.
In een rechtsstaat verwachten we dat elke statenlid de harde toets aan de wet durft te respecteren. Het zaaien van ongefundeerd wantrouwen in onze juridische instituties is een giftige politiek — en slaat onherroepelijk terug op het vertrouwen van de burger.